Maandelijks archief: september 2009

De “Maddens-doctrine” bekt goed, dat wel…

(Vrije Tribune, verschenen in De Tijd van 25/9/09)

Tijd voor Vlaamse frontvorming

Na de riante verkiezingsoverwinning van juni gooide de N-VA het over een andere strategische boeg. De partij stapte af van het idee van een grote onderhandelingsronde met de Franstaligen. De Wever koos resoluut voor Vlaanderen en probeert vanuit de Vlaamse regering goed en degelijk bestuur na te streven. Dat staat in schril contrast met de federale overheid die in eigen schulden dreigt te verzuipen en de komende jaren budgettaire ‘hongerwinters’ tegemoet gaat. De N-VA speculeerde terecht dat het niet zo lang zal duren vooraleer de federale regering Vlaanderen zal vragen om de schulden te helpen delgen. Vlaanderen betaalt geen eurocent zonder dat het een flink pakket bevoegdheden krijgt toegeschoven, klonk het toen. De N-VA maakte van die zgn. ‘Maddens-doctrine’ haar belangrijkste campagnethema.

Intussen heeft het overlegcomité van regeringen ingestemd met het voorstel van premier Van Rompuy voor de verdeling van de begrotingsinspanningen tot 2012. Vlaams minister Muyters stelt terecht dat Vlaanderen in 2010 meer dan negentig procent van de besparingsdoelstellingen van heel België voor zijn rekening neemt. Andere regeringen doen amper een inspanning. Kris Peeters beweert dat het akkoord voor Vlaanderen geen probleem is, wat diametraal tegen de uitlatingen van de N-VA ingaat.

De Maddens-doctrine faalt, nog voor de Vlaamse regering goed en wel van start is gegaan. Vlaanderen depanneert andermaal de rest van België, dat zich, blijkens de uitlatingen van PS-voozitter Elio Di Rupo, opmaakt voor een nieuw rondje potverteren. Vlaanderen mag andermaal federaal budgettair puin ruimen, maar de communautaire grendels blijven op hun plaats.

Na de verkiezingsoverwinning van 8 juni riep De Wever luid: “De federale uier is leeg en toch blijven de Franstaligen eraan trekken. Wat ons betreft is het genoeg: geen druppel meer… Het is tijd voor een assertief Vlaanderen. Dan zullen we zien wie vragende partij is voor een hervorming van ons land”. Dat is nu wel even anders.

Van de assertieve Vlaamse politiek blijft niet veel over. De indruk ontstaat dat Bart De Wever zich als handpop van Kris Peeters heeft laten gebruiken om de Vlaamse regering op de rails te krijgen. De Wever werd de sterkhouder van de regeringsvorming en de assertieve Vlaamse strategie. Alleen stond daarvan weinig tot niets te lezen in het Vlaams Regeerakkoord (‘Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden’), op wat maatregelen in Brussel en de Vlaamse Rand niet te na gesproken. “Een kwestie van ons niet vast te pinnen op een strakke agenda,” heette het. Blijkbaar is niet iedereen binnen de Vlaamse Regering doordrongen van die assertieve Vlaamse strategie.

Het wordt stilaan duidelijk dat het met de Maddens-doctrine ‘wachten op Godot’ wordt. Dit is gewoon het B-luik van het participationisme dat ons ooit het onzalige Egmontpact opleverde. Kris Peeters is vast niet van plan om het federale niveau – waar zijn eigen partijgenoot de scepter zwaait – zwaar onder druk te zetten. De CD&V is nog minder van plan om de Wetstraat 16 op te geven. Wanneer het op communautaire onderhandelingen aankomt, is de kans klein dat aan Vlaamse kant het spel hard zal worden gespeeld.

Nochtans insinueerde Bart Maddens na de verkiezingen van 8 juni dat er misschien wel nog een ander scenario is: “De Vlaams-nationalistische partijen behalen een monsterscore. Vlaams Belang en N-VA halen samen 28,4 procent. Als we de stemmen voor SLP en LDD meetellen, komen we aan een nooit geziene score van 37,1 procent voor uitgesproken Vlaamse partijen. Nog nooit waren er zoveel Vlaamsgezinde stemmen.” Dat zal wel zijn, maar ondertussen wordt dat Vlaams Belang vrolijk verder gedemoniseerd door de politieke concurrentie, speciaal juist door de N-VA in haar recente electorale retoriek.

Een doorgedreven staatshervorming zal er pas komen als er langs Vlaamse kant een uitgesproken frontvorming is. De N-VA moet haar koudwatervrees overwinnen en resoluut kiezen voor een brede Vlaamse alliantie. Alleen vermag ze niets. In Vlaanderen wordt dit front ‘incontournable’ en is het onmiddellijk aan zet. Vlaanderen kan dan vragen om België onder curatele te plaatsen om zo in het budgetair en staatkundig huishouden orde op zaken te stellen. Lukt dat niet, dan ligt de weg open naar een eigen republikeins project, losgeweekt uit de Belgische chaos, en op zoek naar een eigen plaats in het Europa van de 21ste eeuw. Ongetwijfeld een brug te ver voor de traditionele partijen, maar de starre tradities, het institutioneel conservatisme en de partijlogica’s, daar baalt een ruime meerderheid van de Vlamingen van, zeker weten.

De Maddens-doctrine ligt lekker in de mond, maar winnen doe je met daden nooit met woorden.

Ludo Abicht, Julien Borremans, Frans Crols, Koenraad Elst, Johan Sanctorum, Matthias Storme en Jef Turf

De ondertekenaars zijn kernleden van de Vlaams-republikeinse denkgroep Res Publica

Zomaar een lapje stof…

moslimaIn de hectische discussie rond het hoofddoekenverbod in de Antwerpse athenea is het misschien interessant om ons te bezinnen waar dit echt allemaal om gaat. Laten we nu eens even achteruit gaan staan en de totaliteit onder ogen zien.

De houding van directrice Karin Heremans is moedig, temeer omdat ze tot een links-progressieve gezindheid behoort die het probleem steeds maar weer onder de multiculturele mat poogde te vegen. Zij verbindt het hoofddoekendebat namelijk opnieuw met het principe van democratisch pluralisme, de lekenstaat, gelijkheid van man en vrouw, en het intact houden van de publieke sfeer. Dat is een zeer belangrijke verwijzing naar een Europees cultureel erfgoed dat ons overgeleverd werd vanuit het oude Athene, de renaissance, het humanisme, en de 18de-eeuwse verlichtingsfilosofie. Goed dat iemand ons daaraan herinnert: dit gaat over cultuur en beschaving, niet over textiel of alternatieve tienermode.

Want om die vaststelling kan niemand heen: we hebben, op zijn Belgisch, decennia lang getreuzeld en onszelf wijsgemaakt dat het allemaal wel in orde komt als we de bloedneuzen stilletjes stelpen. Een eerlijke analyse leidt echter tot de onontkoombare vaststelling dat de hoofddoek, behalve een bescherming tegen de eerste herfstkou en een fetisj van pubers “op zoek naar hun identiteit”, vooral een tactisch wapen is in een poging om onze publieke sfeer te infiltreren met symbolen die pas achteraf hun volle inhoud zullen prijsgeven. Het beste bewijs is, dat de moslims er niét voor kiezen om zelf onderwijs in te richten (een grondwettelijk recht), maar de symbolen liever exporteren naar andere ruimtes die in hun vizier liggen. Zoals een gemeenschapsschool. “Iedere hoofddoek is een vlag, geplant in het hart van het westen”, zo luidt het in die middens. Elke believer van de Europese verlichtingstraditie moet dit met argusogen volgen

Hetzelfde doet zich voor met het bouwen van moskeeën: vrijheid van religie is een recht, en godsdienstbeleving heeft een architectuur nodig, zo dicteert ons het pluralistisch geweten. Voor de rest soll jeder nach seiner Fasson selig werden. Maar de agenda van de Europese islam ziet er helemaal anders uit. Wie daaraan twijfelt, moet maar eens wat websites uit die kringen gaan bezoeken. De bouw van een moskee is een door Allah bevolen acte met een onomkeerbaar karakter. Het is een plek die aan onze Westerse invloedssfeer definitief wordt ontrukt –we zeggen niét dat alle moskeeën oproepen tot terrorisme- en dus een bruggenhoofd vormt in een mondiaal veroveringsproject. Dat is gewoon de aard van het beestje: de islam is expansief, totalitair, onverdraagzaam, monothetisch en anti-modern. Hoe integreer je zo’n “levensvisie” in ons westers pluralisme?

Tijd dus om terug te keren naar het cultureel perspectief. Waarom gunt men overigens in dit levensbelangrijke debat het Vlaams Belang zijn rol niet van klokkenluider? Eerlijk is eerlijk, zij hebben ooit in tempore non suspecto het probleem op de politieke agenda gezet, en het is tot op vandaag een kernthema van hun programma, of men dat nu graag hoort of niet. Waarom mocht Bart Dewever op Canvas de studiostoel innemen van Bruno Valkeniers, die in zijn achtertuin werd geïnterpelleerd over een kindercrèche met nazi-symbolen? Dit geheel terzijde.

De argumentatie van het NVA-boegbeeld in Terzake (8/9) was overigens zwak en halfslachtig: de zoveelste politicus die zich verschuilt achter de vrijheid van onderwijs om geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen. Dewever beweert dat dit een zaak is van de inrichtende macht, zijnde het Gemeenschapsonderwijs (optredend onder de hippe naam GO!), die de hete aardappel weer doorschuift naar de school in kwestie. Waarvan de directie wanhopig de politici om duidelijkheid vraagt. Zo kunnen we nog lang doorgaan. 

Wat hier op het spel staat, is nochtans niet de vrijheid van onderwijs of het recht om met een lapje stof op het hoofd rond te lopen, zoals professor Vermeersch het ooit eens omschreef.

Het gaat hier om een zwaar intercultureel conflict (om niet te zeggen: een kortsluiting) tussen een totalitaire theocratie die absolute onderdanigheid eist (waar het woord “islam” trouwens naar verwijst), die tegelijk zijn impact op de publieke sfeer voortdurend probeert te vergroten, en een gelaïciseerde samenleving die zich formeel op de principes van de verlichting beroept, maar daarbij elk externe bedreiging miskent.

De politiek kijkt als verlamd toe, gegijzeld als ze is door haar eigen principeloosheid,- en misschien ook wel door de cordonlogica die haar nu parten speelt, volgens dewelke je de thema’s van een geëxcommuniceerde partij zo min mogelijk aanraakt. Dat kan partijtactisch wel kloppen, maar voor het open publiek debat is het zonder meer nefast: hier moet duidelijk de vraag gesteld worden of de islam wel verenigbaar is met onze democratische grondprincipes.

Nochtans zijn er precedenten: het negationisme –om even bij onze fascistische onthaalmoeder terug te keren- is wél uit het pakket van de vrijemenigsuiting gelicht, omdat de achterliggende ideologie als bedreigend wordt beschouwt voor onze democratische rechtstaat. Wel, dat men dan ook maar eens de islam onder loep neemt en de koran tegen het licht houdt. Doorstaan die teksten de lakmoesproef van de democratische grondrechten, de mensenrechten, de verlichtingsfilosofie waarop onze pluralistische samenleving gegrondvest is? Kunnen de imams ons dat eens komen uitleggen? De paradox van de multiculturaliteit, door weldenkend links gecultiveerd, bestaat erin dat zij geen grenzen en geen scheidingslijnen meer kan trekken. Ze is normenloos en formalistisch. Tolerantie tegenover de islam is even onzinnig als tolerantie tegenover het fascisme. De hoofddoek – of godbetert, de boerka- toelaten in het straatbeeld, is even naïef als de swastika gedogen. Maar het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding ziet dat helemaal anders, en is nog eerder geneigd om mevrouw Heremans aan te klagen, die even ons collectief geheugen opfrist, dan de intimidatiepraktijken binnen de moslimgemeenschap zelf.

Het is dat soort mensenrechtenformalisme dat ook mevrouw Eva Brems parten schijnt te spelen: door geen symbolen te willen lezen, een inhoudelijke discussie te vermijden en alle “levenbeschouwingen” gewoon op één lange rij te plaatsen, holt ze het wezen van de diversiteit zelf uit.

De opzettelijk geënsceneerde verwarring tussen de bezorgdheid van Karin Heremans, en de stigma’s “islamofobie” en “racisme”, verschuift het debat semantisch, en maakt van de agressors slachtoffers. Dat is al decennia lang aan de gang, en daar trappen wij niet meer in. Op de erfenis van Rousseau, Voltaire en Montesquieu valt niets, maar dan ook niets af te dingen. Het intact houden van de publieke sfeer –en daar hoort ook een gemeenschapsschool bij- is de conditio sine qua non om een pluralistische ontmoetingsruimte te vrijwaren. De lekenstaat is de enige waarborg voor onze vrijheid, voor ons mag het gerust naar Frans model. Als we in dit dominospel één stukje prijsgeven, valt al de rest. Dat de “fanatieke laiciteit” het moslimfundamentalisme zou aanwakkeren, zoals die brave cultuurwetenschapper Jakob De Roover beweert, is zelfs misschien niet onjuist. Maar het is niet dom om essentiële tegenstellingen onder ogen te zien en keuzes te maken. Het is vooral dom om ze niet te willen zien en te denken dat we het allemaal wel weer met wat pragmatistisch lapwerk zullen kunnen repareren.

We staan voor een enorme uitdaging, trek het debat open, ga naar de grond van de zaak, het is tijd om nagels met koppen te slaan. Dat is de inconvenient truth waar onze politici vandaag mee te maken krijgen. Graag een antwoord, en liefst een duidelijk. En liefst ook een duidelijk signaal vanuit de academische en culturele wereld, om Karin Heremans enige ruggensteun te geven.

Johan Sanctorum

In verkorte vorm gepubliceerd in De Standaard van 10/9/09

Mede ondertekend door Benno Barnard en Wim Van Rooy