De Walen liggen weer dwars. Waar alle andere 27 EU-lidstaten braafjes instemmen om, op dringend verzoek van EU-commissaris Cecilia Malmström, het CETA-akkoord te ondertekenen, moet België verstek laten omdat de Waalse minister-president Paul Magnette (PS) nog even verder de kleine lettertjes wil lezen. Jawel, omdat België een federale staat is met grote bevoegdheden voor de regio’s/deelstaten (zoals de Vlaams-nationalisten het willen), kunnen die Walen dat zo maar tegenhouden. Waren we toch maar nooit met die staatshervorming begonnen.
Uiteraard weer voer voor Walenhaters en PS-bashers, lees de sociale media erop na en hoor het geronk in liberale en N-VA-middens. Maar hoeveel Vlamingen zouden weten waar dat CETA nu eigenlijk voor staat? Weinigen, want dat is net de bedoeling: Europa gaat nog eens proberen een zaakje in de coulissen te regelen, zoals met die grondwetkwestie uit 2005. In dat jaar stelden Nederland en Frankrijk, tot verbijstering van de Eurocratie, via referendum hun veto tegen het idee van een EU-grondwet die boven de nationale soevereiniteit staat. Dat is niet voor herhaling vatbaar, sindsdien is het woord “referendum” taboe in EU-middens.
Een ultimatum van drie dagen kreeg de Waalse regering, maar Magnette laat zich niet opjagen, en schakelt ook het parlement in, een toegift aan de democratie waar Juncker en C° zich mateloos aan ergeren. Stel u voor dat de verkozenen des volks zich met zo’n materie gaan bemoeien!
Bermuda-driehoek
Heel kort, en wie het allemaal weet mag deze paragraaf overslaan: wat is CETA?
Voluit “Comprehensive Economic and Trade Agreement”, wordt het gepresenteerd als een handelsverdrag tussen de EU en Canada, dat vrij verkeer van goederen en diensten moet mogelijk maken tussen de twee blokken. De facto een enorme uitbreiding dus van de EU-markt, en veel meer mogelijkheden om in Canada ons bier, chocolade en varkensvlees te verkopen, wie kan daar nu tegen zijn?
Wel, dat 1600 bladzijden tellend document waar al sinds 2012 over gepalaverd wordt, telt nogal wat kleine lettertjes. Daaruit blijkt dat het niet alleen over vrijhandel gaat, maar vooral ook over de vraag wat er in dat bier en die chocolade zoal mag. Kwaliteitsnormen en regulering dus. In Europa zijn die behoorlijk streng. Maar als ze in Canada wat rekkelijker zijn omtrent de ingrediënten van chocolade, dan zal het goedkoopste spul de EU-markt overspoelen, ook als er bijvoorbeeld giftige bestanddelen inzitten.
Onze varkensboeren weten eveneens al hoe laat het is: er zijn bij ons regels over kwaliteitsopvolging en dierenwelzijn die het vlees iets duurder maken, doch we hebben het er als consument voor over. Maar in de VS is het bijvoorbeeld toegestaan om varkens in kisten te houden, waarbij ze hun hele leven op spijlen leven. Zit zelf eens heel uw leven in een kist. Een degoutant systeem dat wel bijzonder rendabel is en goedkoop vlees oplevert.
Waarom spreek ik over de VS? Omdat er al een gelijkaardig “vrijhandelsverdrag” bestaat tussen Canada en de VS (plus Mexico), het zogenaamde NAFTA-verdrag, waardoor o.m. die kistvarkens, maar ook ander minderwaardig spul zoals de fameuze plofkippen, de Canadese markt overspoelen. Ik spreek dan nog niet over genetisch gemanipuleerd voedsel.
Dit “vrijhandelssysteem” dwingt dus de partner met hogere kwaliteitsnormen om zijn standaarden naar onder bij te stellen. En het is nog niet gedaan. Het CETA-protocol is maar een voorspel tot het echte werk: een gelijkaardig handelsverdrag tussen de EU en de VS, het TTIP-verdrag, dat in de maak is. Ook daarover wordt groot stilzwijgen bewaard, maar dat onze boeren mogen stoppen met hun scharrelzwijnen, staat dan wel vast, leve de Amerikaanse kistvarkens.
Zo vormen CETA, NAFTA en TTIP een soort Bermuda-driehoek van de vrijhandel, vooral in het belang van de grootindustrie, die onvermijdelijk tot dumpingpraktijken zal leiden en een neerwaartse spiraal inzake productkwaliteit. De consument wordt de grootste pineut.
Uitverkoop van de rechtstaat
Jamaar, zult u zeggen, kunnen wij dan onze regels en normen niet blijven opleggen voor uit Canada en de VS ingevoerde producten? Wel, hier komen we aan het meest disputabele onderdeel van de constructie. Als een investeerder van oordeel is dat de productie- en kwaliteitsregelgeving van een land zijn toegang tot de markt schaadt, kan hij dat land voor een tribunaal brengen en schadevergoeding eisen. Dit systeem, bekend als ISDS (“Investor State Dispute Settlement”) staat dus boven de nationale rechtspraak, en kan een staat dwingen tot enorme boetes op de kap van de belastingbetaler, waardoor men wel twee keer zal nadenken om die normen op te leggen.
U ziet de adder onder het gras: als pakweg de Amerikaanse tabaksgigant Philip Morris een optrekje heeft in België, en we zouden de sigarettenverkoop nog meer willen ontraden, dan dagen ze België gewoon voor het ISDS-tribunaal. Of denk aan Facebook en de privacy-kwestie. Onze KMO’s spelen hier gewoon niet meer mee: de macht wordt afgestaan aan de internationale grootbedrijven die hun regels opleggen.
De dreiging dat dit tot een complete ondergraving van de rechtstaat en haar burgerlijke controle leidt, in het voordeel van de multinationals en hun lobbyisten, is zo ernstig dat elf Canadese academische experten op vlak van vrijhandelsakkoorden in een open brief de regeringen van Wallonië en België bezweren om zich te blijven verzetten tegen het CETA-verdrag, en speciaal het ingebouwde ISDS-protocol.
Maar Juncker en C° laten niet af en voeren de druk op. En zo wil de ironie dat de EU, die zich steeds meer als een irritante regelneef opdrong, nu heel haar politieke macht verkwanselt aan een dictaat van de Philip Morrissen, de Monsanto’s, de ExxonMobil’s en de McDonalds van deze wereld. Is het dat wat we willen?
Besluit: ook al steekt de PS hier als federale oppositiepartij misschien graag stokken in de wielen, Magnette heeft een punt. Zo’n ingrijpende (en onomkeerbare) beslissing is minstens een parlementair debat waard, een publieke discussie en ja, waarom niet, een referendum. Het is bij de EU zoals met peuters: hoe stiller ze zijn, hoe meer je mag gaan kijken wat ze uitspoken. Zwijgen is toestemmen. Waar zijn nu al die EU-sceptici die voorheen de grote trom van de nationale soevereiniteit roerden?