Maandelijks archief: februari 2010

Drie maal een open deur blijft een open deur

Republikeinse bedenkingen bij het zoveelste “Gravensteenmanifest”

Vandaag, 22 februari, verscheen in De Standaard de verkorte versie van een nieuw “Gravensteenmanifest” van de hand van Etienne Vermeersch. Het vijfde al, zo telt men. Sinds Johan Sanctorum deze groep in 2008 verliet, omdat ze zich liet domineren door de reformistische strekking van Prof. Vermeersch (voor het behoud van een hervormd België, en dus eigenlijk het status-quo) is de autonomistische punch er blijkbaar helemaal uit. Onder de nogal enigmatische en wiskundig lichtjes absurde titel “Drie maal links is ook rechts”  (Vermeersch is logicus van origine…) wordt ons nu vooral een nostalgische jammerklacht gepresenteerd over de teloorgang van links in Vlaanderen, eerder dan een zelfbewust, toekomstgericht onafhankelijkheidsdiscours.

De eerbiedwaardige nestor van de Groep blijft inderdaad steken in het 20ste eeuwse begrippenkader van een linkerzijde die voor de arbeider moet opkomen en een rechterzijde die het patronaat vertegenwoordigt. En stelt vast, wat we allang wisten, dat de links-progressieve bobo’s hun neus optrekken voor het werkvolk. Terecht stelt hij ook dat een versmallend intellectueel establishment in Vlaanderen zich blijft vastklampen aan de Belgische non-identiteit, in de hoop haar eigen vel te redden, maar dat is een open deur die al honderd keer werd ingetrapt. Zijn kritiek op de linkerzijde, dat die zich niet combattief heeft opgesteld tegen de neoliberale globalisering en het postmoderne marketingdenken, is ook al terecht, maar een stamp in een even grote open deur, ten nadele van de essentie,- namelijk dat de Belgische constructie niet meer te redden is, tenzij Vlaanderen opnieuw inlevert. En dat we ons nu moeten concentreren op het post-Belgische republikeinse debat: welk soort Vlaanderen willen we? Welk zijn de kernwaarden die de nieuwe natie in zijn grondwet moet inschrijven? Hoe willen we het verschil maken met het Belgische democratisch deficit en de bestuurkundige verloedering die rechteloosheid creëert, banken aan het buitenland uitverkoopt, smurrie in de rivieren drijft en treinen op elkaar doet botsen?

Men begint te vermoeden dat de Gravensteengroep gebukt gaat onder de privé-frustratie van enkele stokoude Belgen, die het Ancien Régime én traditioneel-links willen redden door datzelfde links (zeg maar: SPA en Groen) te hermobiliseren in een staatsreformistisch project. De Belgische meubelen moeten gered worden. Met Vlaams Belang, NV-A en het blauwe LDD zal het immers uit de hand lopen, beseft de professor. Hun aanhang spreekt in toenemende mate resp. de gewone man en vrouw, de middenklasse en de zelfstandigen aan, hetgeen betekent dat heel het traditionele Vlaams-Belgische politieke establishment op korte termijn irrelevant zal worden.

De vrees van Prof. Em. Vermeersch dat klassiek-links zichzelf de pas heeft afgesneden, is terecht én hopeloos achterhaald. De politieke herverkaveling in Vlaanderen wijst namelijk op een 21ste eeuwse paradigmaverschuiving waarin bv. een socialistische partij van de oude stempel als een levend fossiel moet worden beschouwd, iets uit de prehistorie. Wat voordien “rechts” werd genoemd, was veeleer een stigmatiserend etiket dan een politieke realiteit, want de drie V-partijen blijken zich te ontplooien tot een politieke diversiteit die quasi heel het electoraat dekt.

Het appèl naar klassiek-links om een grote staatshervorming te steunen, komt veel te laat, en het is te weinig. In de plaats daarvan moeten dringend alle intellectuele en academische krachten, heel de cultuursector incluis, in beweging worden gezet om mee te denken aan een pluralistisch republikeins project dat de Belgische puinhoop definitief moet doen vergeten. De Vlaamse publieke opinie is nauwelijks nog in een staatshervorming geïnteresseerd. Ze is al op weg naar de volgende statie, het eindstation, waarin solidariteit met Wallonië zal gedefinieerd worden als Europese ontwikkelingshulp. Met de kosten die we uitsparen door het ingewikkelde institutioneel complex op te doeken, moet daar zeker al een aardig budget voor vrijgemaakt worden, zonder dat de Vlaamse modale burger er armer van wordt.

Namens Res Publica, denkgroep voor Vlaamse onafhankelijkheid

Julien Borremans, Frans Crols, Johan Sanctorum

 www.respublica.eu.tt

De engel, de maagd en de koorddanser

Over macht, theatraliteit en tegencultuur

Nog niet zolang geleden zag ik in een achterzaaltje een beginnende stand-up-comedian aan het werk. Hij deed het behoorlijk, zijn timing zat goed, zijn grappen sloegen aan. Hij had het publiek “in zijn zak”, zoals dat heet, en bespeelde het als een instrument. Soms permitteerde hij zich zelfs om iemand op de eerste rij aan te spreken en voor schut te zetten, wat behoorlijk wat gène bij het slachtoffer en leedvermaak bij de omzittenden opleverde. Toen gebeurde er iets vreemd. Hij werd misschien wat overmoedig, maakte een fout, iets onbenullig, een onhandig woord, verkeerde timing, een misstap op het podium, ik weet het niet goed meer. Maar alleszins begon heel het zaakje te kantelen. Hij trachtte zich te herpakken, maar gleed steeds meer weg, bij manier van spreken dan. Men scheen niet meer om zijn grappen te lachen,- men lachte hem veeleer uit. De magie was weg, en maakte plaats voor een publieke vernedering, jawel: op het einde werd de man echt weggehoond en kreeg hij ei-zo-na tomaten naar zijn hoofd. Zijn verdiende loon? Was deze afgang een weerwraak voor de impact die de komiek voorheen had opgebouwd? Is theater… oorlog? En… volgt het politieke theater, de demagogie, dezelfde geweldlogica?

Wat weerhoudt ons er dan van om ook de politicus, als verleider en misleider, terecht te stellen?

Lees het artikel